Jan Schröder                                     1800-1885                              Stad

-Coops            p. 60    Schröder         kolom  XI         regel 5            nr. 187

-Gijsbers         p. 84    Schröder

 

Jan Schröder werd geboren in Vlissingen op 15 november 1800.

Hij is de zoon van zeeofficier Karel Schröder (? -1829) en Adriana Sara Matthijsen (? –1869).

Jan groeit op in dit marine milieu en gaat al op 12 jarige leeftijd ( in de Franse tijd dus)varen en monstert aan als scheepsjongen op de “Doggersbank”, die dan deel uitmaakt van het Tesselse eskader onder bevel van vice admiraal Carel Hendrik Ver Huell, de bekende Doetinchemmer.

 

Op 5 juni 1814 begint Jans carrière bij de marine als adelborst 2e klasse¹). Dan volgt zijn opleiding aan land en op zee. De diverse reizen brengen hem o.a. naar N.O.I. waar Jan nabij Palembang in juni 1821 een aanval uitvoert met een van de roeikanonneerboten van het korvet ‘Ajax’. Adelborst Schröder had zich hierbij zo onderscheiden dat hij werd beloond met het ridderkruis 4e klasse van de militaire Willemsorde. (hij is dan pas 21 jaar!)

In 1823 vertrekt hij –inmiddels luitenant ter zee 2e klasse- aan boord van het korvet ‘Dolfijn’ op de terugreis naar Nederland.

In 1826 is hij weer thuis in Nederland.

 

Inmiddels zijn zijn ouders met zijn jongere zuster Jeanne Antoinnette Caroline (1810-1852) verhuisd naar Doetinchem en vestigen zij zich aan de Hamburgerstraat. Er wonen in die tijd niet minder dan 6 marineofficieren in Doetinchem!

Jan heeft in Indië Herman Coops leren kennen, evenals Jan een veelbelovend marineofficier.

Jan raakt verliefd op de derde dochter van Willem Coops, Petronella.

 

1e huwelijk;

Op 5 december 1828 trouwt Jan met Petronella Coops (1800-1842)

(Oom en wethouder Wolter Coops voltrekt het huwelijk).

Jan en Petronella gaan op de Markt inwonen bij Adrianus van Eindhoven.

Uit dit huwelijk zijn de volgende kinderen en geboren;

  1. Caroline Adriana Sara 1829- Stad-
  2. Johanna Maria Wilhelmina 1831- Stad-
  3. Adriana Sara 1834- Stad-
  4. Julius Constantijn 1836-                         Stad-

 

Op 15 januari 1842 overlijdt zijn vrouw Petronella, Jan is dan nog in N.I.O. en keert pas op 15 november 1842 terug in Nederland.

Hij is dan al inmiddels al opgeklommen tot de rang van kapitein-luitenant ter zee.

 

2e huwelijk;

Schröder wil zijn kinderen verzorgd achterlaten en trouwt op;

4 mei 1843  in Arnhem met Anna Catherina van Maren (ca. 1797-1856 te Dantzig).

Op 24 november 1845 laten Jan en zijn vrouw bij Notaris Pasteur hun testamenten maken.

Voor zover bekend zijn er uit dit huwelijk geen kinderen geboren.

 

 

Op 1 september 1830 gaat Jan aan boord van het fregat ‘De Amstel’.

Op 1 november 1830 aan boord van Zr. Ms. Wachtschip ‘Minerva’, dat met andere schepen een blokkade uitvoert voor Antwerpen.²)

Na twee jaar strijd wordt Jan op 27 oktober 1832 door de Fransen krijgsgevangen genomen. En naar /Frankrijk overgebracht.

In juni 1833 mag hij naar huis en in de maand erna trouwt zijn zuster Jeanne in Doetinchem met fabrikant en wijnkoper Hendrik Christiaan Willink Ketjen³)

 

In 1840 woont de familie in de Boliestraat, direct naast het Stadhuis en in 1843 koopt Jan Schröder een huis in de Grutstraat van Bernard Coninck-Boddendijk (zeepfabrikant).

 

Op een reis in 1837 wordt Jan ziek en gaat met ziekteverlof naar huis.

Niet lang want in 1838 vertrekt hij weer naar N.O.I. voor diverse missies en opdrachten op diverse schepen.

 

Van maart 1844 t/m 24 november 1845 is Jan weer op reis, ditmaal de Middellandse Zee, IJsland en New Foundland.

 

Eind 1845 nemen de Pruissen in de persoon van prins Adelbert van Pruissen contact op met de Nederlandse koning. Men beschikt wel over een sterk landleger, maar op zee stelde deze natie weinig voor. Men vroeg of men niet een kundig zeeofficier ter beschikking kon stellen die in staat was de Pruisische marine van de grond te tillen.

Het resultaat is dat Jan Schröder per 1 juni 1846 een driejarig verlof verleend wordt om zijn benoeming tot directeur van de Pruisische zeevaartschool te Dantzig (Gdansk) te aanvaarden.

 

De Grutstraat wordt verlaten, niet alles kan men meenemen naar Dantzig en sommige huisraad wordt verkocht.

Derk Coops, azijnfabrikant te Doetinchem, wordt middels notariële acte benoemd als gevolmachtigde en voogd over de nog minderjarige kinderen uit het eerste huwelijk van Schröder.

Jan Schröder gaat voortvarend aan de slag en met de opleiding van manschappen en officieren.

 

Per 1 maart 1849 wordt hij benoemd tot kapitein ter zee én commodore, tevens chef van het Pruisische vlootcommando!

 

Op 1 juni 1849 is het driejarig contract met Pruissen voorbij: nu wordt hij definitief benoemd. Tegelijkertijd krijgt hij eervol ontslag uit de Nederlandse zeedienst onder toekenning van de rang van kapitein ter zee met het recht t.z.t. pensioen te genieten en buiten dienst het Nederlandse marine-uniform te dragen.

 

Een van de Pruisische schepen wordt in 1850 grondig opgeknapt in Vlissingen onder supervisie van schout bij nacht Herman Hendrik Timotheüs Coops, in zijn hoedanigheid van directeur van de marinehaven.

Na herstel gaat Schröder met de “Gefion” en de “Amazone” op reis naar Amerika, op de terugreis eind juli 1853 zijn op de rede van Spithead (Engeland) op de “Gefion” Koningin Victoria en haar prinsgemaal Albert en de op staatsbezoek zijnde prins Wilhelm van Pruissen (de latere keizer Wilhelm I) te gast.

Eind 1853 wordt hij belast met de leiding van het te Dantzig opgerichte ‘Marine Stations Kommando’ en later dat jaar wordt hij benoemd tot schout bij nacht en wordt als chef aangesteld van het Marinestation Oostzee met standplaats Dantzig.

 

In 1856 overlijdt zijn tweede vrouw Anna Catharina van Maren aan de cholera.

 

In 1859 wordt hij benoemd tot Vice-admiraal en overgeplaatst naar Berlijn en is tot zijn pensionering in 1860 de eerste minister van marine in Pruissen!

 

Overladen met Nederlandse en Duitse onderscheidingen gaat hij vanaf 4 december 1860 wonen in Bad-Kleef –samen met zijn moeder- aan de Tiergartenallee.

Volgens onbevestigde berichten zou Jan Schröder zijn opgegroeid en opgevoed in Kleve (D).

 

In 1865 overlijdt H.H.T. Coops, vice admiraal en zwager.

In 1869 overlijdt de moeder van Jan Schröder

In 1882 verleent Koning Willem III hem de titulaire rang van schout bij nacht

 

Op zaterdag 2 mei 1885 overlijdt Jan Schröder in zijn huis in Bad Kleef, gem. Rinderen (D).

Op zijn uitdrukkelijk verzoek wordt hij op woensdag 6 mei op de Stadsbegraafplaats aan de Nieuweweg begraven.

Met militaire eer wordt hij door de Pruisische marine vanaf Kleef naar de Nederlandse grens bij ‘s-Heerenberg gebracht, waar het Doetinchemse Gilde van Eendracht⁴) de plechtigheid volgens gebruik overneemt.

 

 

¹)Een adelborst is een marineofficier in opleiding. Het is een verbastering van het woord adelbursche, dat is edelknaap. De naam stamt nog uit de tijd dat enkel jongens van adel toegelaten werden tot de officiersopleiding. (bron; Wikipedia)

 

²)Op 25 september 1830 wordt in de zuidelijke Nederlanden het ‘Voorlopig Bewind’ aangesteld dat België onafhankelijk verklaart. De Belgische kwestie wordt op een conferentie in Londen aan de orde gesteld. Engeland en /Frankrijk zeggen België hun steun toe.

 

³)Hendrik Christiaan en Jeanne zijn ook beiden begraven op de Stadsbegraafplaats.

 

⁴)De term ‘Gilde van Eendragt’ verschijnt voor het eerst in het jaar 1662 als er een ordonnantie wordt uitgevaardigdm.b.t. het gezamenlijk feestvieren met het Gilde van Vrede. Het gilde bestaat uit een of meerdere gildemeesters en gildeleden. Volgens een notitie uit 1841 gaan de Gilden van St. Anthonis, St. Quirijn, St. Jorrien en St. Joost te Doetinchem op in het Gilde van de Eendragt. Volgens het verslag van de vergadering op 25 maart 1856 is Jan Schröder lid van het Gilde.

 

Bronnen: Drs. W.J.P. Coops: ‘Stads- en Ambtsbegraafplaats Doetinchem 1829-2011’. Sylvia Gijsbers: ‘Stad en Ambt, Stadsbegraafplaats 1829-1893, Ambtsbegraafplaats 1829-1967’. J.W.S. Steijntjes: ‘Vice-admiraal Jan Schröder (1800-1885) deel 1 en deel 2, Kronyck.1986/42, p. 73-77: 1987/43, p. 17-19.Dr. H.J. Leloux, De oud-Doetinchemse gilden van Eendracht en van Vrede, uitgave Oudheidkundige Kring Deutekom, 1981.Co Roording en G. Blankensteijn, Kronyck jaargang 44 nr. 177, december 2020. “Begraafplaatsen”.

 

Jan Schröder 1800-1885