Wolter D. Jzn. Coops                         1764-1847                              Stad

Coops p. 51                                      Kolom III         Regel 7            graf nr. 88

Sylvia  p. 42-43

 

Hardstenen, rechthoekige liggende zerk binnen een smeedijzeren hekwerk op hardstenen hoekblokken.

Dit monument is het eerste op beide gesloten begraafplaatsen (Stadsbegraafplaats en Ambtsbegraafplaats in Doetinchem) dat na de tweede wereldoorlog in zijn geheel door de gemeente in 2011 gerestaureerd is.

 

Grafopschrift; “Hunne asch ruste in vrede/Zalig zij hun ontwaeken”.

 

 

Wolter D. Jzn. Coops werd geboren op 30 september 1764 in de gemeente Stad Doetinchem en overleed op 27 augustus 1847 in dezelfde gemeente.

-Zijn vader, Derk Jan Coops (1737-1817) was koopman en pachter van de grote accijns¹), president van de gezworenen²) 1782 in Doetinchem. Ook diens vader Jan Derkzn. (1702-1779) staat te boek als koopman, waagmeester en gezworene²) te Doetinchem.

-Zijn moeder was; Gerharda Mechtelina van der Horst (1739-1815)

 

Op 15 november 1786 trouwt Wolter in Zelhem met

Harmina Hesselink geboren in Doetinchem op 21 oktober 1767 en overleden in de gemeente Stad Doetinchem op 29 februari 1852.              

Haar vader was; Hendrik (Hendricus) Hesselink,     (1723-1780)

rentmeesteer op “de Zwanenburg”³), later molenaar te Zelhem.

Haar moeder was; Henrietta Keppel (1731-1783)

 

Zij kregen 12 kinderen.

  1. Gerharda Henriëtta 1787-1870 Stad-Barneveld

X 5-4-1809 in Apeldoorn met Mor Aricus van den Ham(1786-1864) Mor is Adj. Maire en ontvanger.

  1. Hendrik 1788-1788      Stad-Stad                   43 dagen oud.
  2. Hendrik Hendrikszoon 1789-1862 Stad-Stad wijnkoper, manufacturier

X 16-7-1815 in Doetinchem met zijn nicht; Catharina Coops (1796-1868)*)

  1. Dirk Jan             1791-1832      Stad-Paramaribo       militair⁴)
  2. Herman Hendrik Timotheus**) 1793-1865 Stad-Stad                   militair
  3. Henrietta Gerharda Mechtelina 1796-1829 Stad-Utrecht

X 28-10-1825 in Doetinchem met Zacharias Frederik Lodewijk van Loenen (1792-1863). Zacharias is Apotheker te Utrecht.

  1. Theodora Willemina 1798-1842 Stad-Arnhem

X 15-11-1819 in Doetinchem met Ds. Johannes Hermanus Oosterdijk (1790-1861).Johannes is dan hervormd predikant in Lunteren.

  1. Wilhelmina Frederika 1799-1870 Stad-Deventer

X 3-11-1829 in Doetinchem met Dr. Peter Anthonie van Meurs (1804-1887) Peter is. O.a. rector Latijnse school Doetinchem;  kantonrechter-plaatsvervanger en docent oude talen in Deventer.

  1. Gijsberta 1801-1836 Stad-Elburg

X 12-8-1828 in Doetinchem met Dr. Johannes Paré(1804-1888)Johannes is Nederlands hervormd predikant o.a. te Elburg.

  1. Hermina⁵) 1802-1879 Stad-Arnhem
  2. Woutera 1804-1897 Stad-Ede
  3. Mor Aricus Gerhardus 1812-1836 Stad-Semarang          militair

*) Catharina is dochter van Willem D.Jzn. Coops en Johanna Maria Evekink. Zij liggen elders begraven op de Stadsbegraafplaats de graven nrs. 14 en 15.

**)Hij ligt elders begraven op de Stadsbegraafplaats, graf nr. 187.

 

Wolter was lid van de Nederlands Hervormde kerk.

 

Wolter is een belangrijk man in het toenmalige Doetinchem gezien zijn beroepen;

koopman, zoutzieder,

zeepzieder, (zeepfabriek) in de Waterstraat. (Volgens de aantekening in het kadaster van 1830 was de tuin die bij het huis hoorde de grootste van Doetinchem en besloeg het grootste deel van de driehoek Waterstraat-Gasthuisstraat-Molenstraat)

En zijn functies;

-lid municipale raad 1811⁶),

-lid raad van Doetinchem 1816,

-wethouder van Doetinchem 1824

-burgemeester van de gemeente Stad Doetinchem 1843 tot zijn dood in 1847 (zie hieronder ‘brief aan de Koning),

-lid Provinciale Staten van Gelderland

-gildemeester van de Gilde van Eendracht⁷)

Ook was hij penningmeester van het eerste bestuur (1832) van de afdeling “Doetinchem” van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen⁸). De andere bestuursleden waren E.J. Planten (voorzitter) en Ds. D. Jansen Eijken Sluiters (secretaris).

-lid van de Heerensociëteit⁸),

-waagmeester,

Wolter was o.a. woonachtig aan de Hamburgerstraat 20 en de Waterstraat 109 en 115.

 

Vanaf het overlijden van burgemeester Planten in 1832, heeft Wolter als wethouder gesolliciteerd naar het hoogste gemeentelijke ambt, aanvankelijk zonder succes.

Colson Aberson) werd benoemd, maar was amper overleden (maart 1843) of Wolter zond opnieuw een sollicitatiebrief, waarin hij zich met veel aplomb aandiende.

(zie hieronder; De brief aan de Koning)

 

Maar weer niet als enige….

Willink Ketjen en De Wilde schoven ook aan in de strijd.

Op 20 mei 1843 werd Wolter ten slotte toch benoemd tot burgemeester van de gemeente Stad Doetinchem.

Hij maakt een goede kans om de oudste-benoemde burgemeester te zijn èn te blijven, zijnde 78 jaar oud. Wolter overleed op 27 augustus 1847, dus op 82 jarige leeftijd!

Zijn zwaarbevochten (korte) carrière als burgemeester van Doetinchem duidt wel op doorzettingsvermogen.

In 1971 is in Doetinchem een straat naar hem genoemd.

 

De brief aan de Koning.

(bijdrage van Carel Coops)

Er is een interessante brief uit 1832 bewaard gebleven van Wolter Coops  geboren 1764  aan Koning Willem II. Wolter is wethouder en fungerend burgemeester in Doetinchem. Hij solliciteert naar het ambt van Burgemeester en constateert dat hij tot zijn bevreemding heeft gehoord dat ook anderen naar deze post solliciteren.

Hij stelt dat hij het eerst opvolgende ‘Lid van het bestuur’ is. Hij vervult zijn functie nu al een jaar zonder garantie voor een vaste benoeming. Hij geeft de Majesteit te kennen dat hij drie zoons heeft, waarvan er één in het verleden genomineerd was als Garde d’Honneur, in 1814 heeft die zijn diensten aan de koning aangeboden en is “Lieutenant” geworden. Hij heeft vrijwillig aangeboden dienst te doen in de West Indische bezittingen na intussen ook nog te hebben deelgenomen aan de slag bij Waterloo.

Hij is nu al 17 jaar onafgebroken bij de Koloniale Jagers als Eerste Luitenant in dienst. Volgens goed ingelichte bronnen heeft hij zeer bijzondere diensten aan het Gouvernement bewezen door ten eerste tijdens het uitbreken van onlusten op Curaçao een belangrijk en zeer gevaarlijk opperhoofd van de slavenopstandelingen in 1795 in persoon af te maken. Hierdoor werd verdere verspreiding van muitzucht ten enen male gedempt. Ten tweede commandeert hij thans een divisie kanonneerboten ter rede der Tien Gemeten en heeft reeds drie maal een zeereis naar Oost-Indië gemaakt.

Tijdens de eerste reis heeft hij de slag op de Molukische eilanden bijgewoond en daar wegens uitstekende daden de Orde van Verdienste van Uwe Majesteit verworven. Tijdens de tweede reis heeft hij geholpen de keizer van Palembang ‘ten onder te brengen’ en besloten de keizer met zijn gevolg naar Batavia mee te voeren. Tijdens de derde reis is hij rond de wereld gevaren en als Eerste Officier uit Oost Indië terug gekomen. Eindelijk is zijn (Wolter’s) derde zoon tijdens de tegenwoordige onlusten ook vrijwillig in dienst getreden om deel te kunnen nemen aan de verdediging der geheiligde zaak des geëerbiedigde Konings en Vaderlands, en thans heeft hij (Wolter) geen zoons meer, die hem kunnen steunen bij het zeer beleefde verzoek aan Uwe Majesteit om hem (Wolter) als burgemeester van Doetinchem aan te stellen en te benoemen.

 

Geschreven 1 November 1832 in Doetinchem.

 

Noot: Uiteindelijk is hij toch tot burgemeester benoemd maar hij heeft er slechts 4 jaar van kunnen genieten. Er is zelfs een straat in Doetinchem naar hem genoemd.

 

Beknopte familiegeschiedenis

“Coops” is een patroniem of vadersnaam. Het is een geslachtsnaam die ontleend is aan de voornaam (Coop) van de vader van de eerste naamdrager. De uitgangs –s is een tweede naamvalsvorm, dus bijvoorbeeld Jan de zoon van Coops werd Jan Coops. Coop als voornaam is een verbastering van de naam Jacob. Bekend is de ca. 1520 in Vorden geboren Coop Muller de Olde, en die in overleden is na 1610. Via deze Coop die molenaar en brouwer was in Zelhem komt zijn zoon Coop de Jonge Mulder komt in Hengelo (Gld) terecht als molenaar. Deze laatste heeft in 1588 het burgerschap van Doetinchem verworven door; ‘aflegging van zijn burger-eed met 9 daalders .’

Begin 18e eeuw vestigt zich de molenaarsfamilie Coops in Doetinchem, komend uit Zelhem. ‘De Coopsen’ verwerven het burgerschap en in een tijd waarin gold ‘geld maakt het acceptabel, ambt maakt het notabel’ verwierven burgers uit de familie Coops zich respectabele ambten als molenaar, wijnhandelaar en koopman.

Derk Jan Coops bracht het nog tot gecommitteerde (wethouder) in 1812 en tot lid van het kiescollege. De familie Coops was gedurende de 19e eeuw zeer gezien in Stad Doetinchem. Wilde je in die tijd tot de elite gerekend worden, dan moest je aan twee van de volgende criteria voldoen;

  • Je was lid van het stadsbestuur,
  • of lid van de Heerensociëteit,⁹)

of je betaalde minimaal 100 gulden aan belastingen.

In het Doetinchem van 1830 was een groot aantal leden van het geslacht Coops lid van de Doetinchemse Heerensociëteit.⁹)

Enkelen werden ook zeevaarders, want net als een ander belangrijk Doetinchems geslacht, dat van Verhuel, ging een groot aantal ‘Coopsen’ ter zee.

Het verste schopte hun zoon Herman Hendrik Timotheus (1793-1865) het. Hij was begin 19e eeuw schout-bij-nacht onder admiraal Verhuel en verliet de actieve dienst als Vice-admiraal.

 

¹)Tegen betaling van een jaarlijkse som werd het recht gekocht om belastingen, imposten accijnzen enz. in te vorderen. Het innen van accijnzen werd door de stadsbesturen verpacht. De belastingpachters waren rijke personen, omdat ze borg moesten staan voor het bedrag dat het stadsbestuur wilde binnen krijgen. Het pachtstelsel heeft tot aan de Franse tijd bestaan.

 

²)Ingezetenen of inwoners die na beëdiging geroepen worden aan bestuur of rechtspraak deel te nemen. Zij worden kundig geacht om een oordeel ergens over uit te spreken

.

³)Waarschijnlijk is hier bedoeld Kasteel Zwanenburg dat in Megchelen heeft gestaan en in 1901 is afgebroken. Restanten zijn nog een klein hoopje steen in een weiland.

 

⁴)Dirk Jan, de broer van Herman Hendrik Timotheus, is op 20 juni 1813 in Franse dienst getreden bij het 2e regiment Garde d’Honneur, door Napoleon Bonaparte ingesteld om het Nederlandse volk te tergen, waarbij jongelui van gegoeden huize verplicht werden om dienst te nemen. Dirk Jan nam deel aan de 6e coalitie oorlog van Napoleon tegen Pruisen, Oostenrijk, Rusland, Zweden en Engeland, en de volkerenslag bij Leipzig, maar deserteerde van de Garde d’Honneur en vocht in de slag bij Waterloo tegen Napoleon. Op 30 november 1815 vertrekt hij als 2e Luitenant in het 11e Bataljon Jagers op Zr.Ms. Fregat Esquader naar Suriname, alwaar hij een jaartje later wordt bevorderd tot 1e Luitenant.

Nadat hij in 1831 een opstand van inlanders heeft neergeslagen door eigenhandig een berucht en zeer gevaarlijk opperhoofd af te maken, wordt hij bevorderd tot Kapitein bij het 27e Bataljon Jagers.

 

⁵)Mej. Hermina Coops was eigenaar van het landgoed ‘Het Geldersch Spijker’.
Het Spijkerkwartier dankt zijn naam aan twee middeleeuwse opslagloodsen die hier vroeger stonden, de zogenaamde spijkers of spiekers. Het woord spijker gaat terug op het Latijnse woord spica dat voorraadschuur betekent.
Het Geldersch Spijker was ongeveer gelegen waar nu de kruising van de Parkstraat met de Prins Hendrikstraat ligt. Na een gesloten overeenkomst tussen eigenaresse mejuffrouw Hermina en de gemeente werd tussen 1865 en 1872 op een deel van het landgoed het westelijke deel van de Parkstraat aangelegd. De Parkstraat eindigde in het oosten bij het landhuis.
In 1878 werd het gehele landgoed verkocht aan de gemeente en werd het landhuis gesloopt. De Parkstraat werd doorgetrokken in oostelijke richting en er werd een nieuwe, de Parkstraat kruisende, weg aangelegd tussen Spijkerstraat en Boulevard Heuvelink: de Prins Hendrikstraat. De nieuwe straten werden bebouwd door particulieren in de periode 1878-1889. Mejuffrouw Coops ging wonen in een nieuw hoekpand aan de Parkstraat 47 dat Villa Gelders Spijker werd gedoopt. Aan de Kastanjelaan 31A staan nog twee stenen hekpalen die bij de ingang van het landgoed hoorden.

 

⁶)Municipale raad; bestuurders van de gemeentelijke structuur tijdens de Franse tijd.

 

⁷)Het gilde van de Eendracht.

De term ‘Gilde van Eendragt’ verschijnt voor het eerst in het jaar 1662 als er een ordonnantie wordt uitgevaardigdm.b.t. het gezamenlijk feestvieren met het Gilde van Vrede. Het gilde bestaat uit een of meerdere gildemeesters en gildeleden. Volgens een notitie uit 1841 gaan de Gilden van St. Anthonis, St. Quirijn, St. Jorrien en St. Joost te Doetinchem op in het Gilde van de Eendragt.

 

⁸)De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen (kortweg ’t Nut) is een landelijke vereniging met plaatselijke afdelingen (“departementen”), opgericht in 1784, die zich ten doel stelt het welzijn, in de ruimste zin, van individu en gemeenschap te bevorderen. De vereniging streeft naar individuele en maatschappelijke ontplooiing met een zo hoog mogelijk cultureel gehalte. De Maatschappij hield en houdt zich bezig met zaken die het algemeen belang dienen, zoals onderwijs, ontwikkeling en maatschappelijke discussie. Ze heeft daarmee een bijdrage geleverd aan de democratisering van Nederland.

 

⁹)De Heerensociëteit ‘de Vriendschap’ in Doetinchem.

Deze sociëteit is opgericht in 1812 en anno 1830 gerund door Willem Wolsink. De sociëteit lag op het punt waar de doorgang naast de Catharinakerk richting Heezenstraat het smalst was. Vele notabelen van de stad Doetinchem waren er lid van getuige de familienamen; Coops, Planten, Evekink, Ketjen, Termaat, Cremer, Lambrechts.

Bronnen: Drs. W.J.P. Coops: ‘Stads- en Ambtsbegraafplaats Doetinchem 1829-2011’. Sylvia Gijsbers: ‘Stad en Ambt, Stads- en Ambtsbegraafplaats 1829-1967’.G. Blankensteijn; Een vergeten kerkhof in oud-Doetinchem, Kronyck, Deutekom. Mr. W.J.C. Coops; Op koers naar Nagasaki. WIKIPEDIA, Nederduits Gereformeerde Kerk, later Nederlands Hervormde Kerk. C. Coops, Wageningen 1981; “Vierhonderd jaar molenaars. Genealogie van een geslacht Coops’. Titia van de Akker 1987; “Elite in de stad Doetinchem –periode 1795-1830”. J.W. Steijntjes, Kronyck; ‘Een bezoek aan de Heerensociëteit’. J.H. Coops;  Nederland’s Patriciaat, S.H. Lovink Hz, ‘De Geschiedenis van Doetinchem’, Raadgeep, 1978’. Coops Kroniek, nr. 7 maart 2002.”Digitale reis door de geschiedenis van belastingen in Nederland”.; Belasting en Douane Museum. “Genealogie Coops, Over molenaars, bakkers, wijnkopers, magistraten en zeelieden”: H. Boogman-Wesselo, Kronyck-Deutekom.