Bouwmeester familiegraf                                                                Ambt

Coops

Gijsbers;         p. 202-205                              vindplaats; rechts achter

 

Hier liggen begraven;

  1. Johannes Cornelis Bouwmeester
  2. Zwaantje Mantel, zijn echtgenote.
  3. Willem Laurens Bouwmeester, hun zoon.

 

  1. Johannes Cornelis Bouwmeester is geboren op 14 januari 1845 in Edam en is overleden op 27 mei 1918 in de gemeente Ambt Doetinchem¹).

Zijn vader was; Willem Bouwmeester                      (1811- )           Hij was onderwijzer

Zijn moeder was; Catharina Francisca Froger           (1813- )

 

Johannes Cornelis trouwt op 18 april 1873 in Bovenkarspel met:

  1. Swaantje (Zwaantje) Mantel. Zijn is geboren op 18 juli 1848 in Bovenkarspel en is overleden op 18 december 1926 in de gemeente Doetinchem¹).

Haar vader was;         Laurens (Louwrens) Mantel              (1816-1895) Hij was veehouder

Haar moeder was;      Trijntje Klopper                                 (1816-1895)

 

Zij kregen drie kinderen.

  1. Willem Laurens 1874-1939                  à leraar, schilder etc.
  2. Lourens Willem 1876-1876                  10 maanden oud.
  3. Trijntje Francisca 1878-1950

x Massink Dirk

  1. Lourens Johannes 1881-1882

 

  1. Johannes Cornelis.

1.1 Zijn opleiding.

Van zijn vroege jeugd en opleiding is weinig bekend. Uit de door hem gepubliceerde boeken is op te maken dat hij ook op latere leeftijd nog herinneringen heeft aan leven nabij water.

Johannes Cornelis is opgeleid als onderwijzer.

 

1.2 Zijn loopbaan.

Zijn eerste standplaats als onderwijzer is niet te achterhalen. Voor zijn trouwen is hij hulponderwijzer in Wijk en Aalburg en komt hij naar Zelhem op 1 januari 1873, waar bij een aanstelling heeft gekregen als hoofdonderwijzer. Omdat de onderwijzerswoning nog in een ‘onbewoonbare toestand’ is, trouwen Johannes en Zwaantje pas in april dat jaar.

Vanaf 1877 is Johannes ook werkzaam in Doetinchem aan de opleidingen voor onderwijzers.

 

Tot zijn pensionering in 1912 is Johannes Cornelis schoolhoofd geweest.

Vanaf het begin leidt hij de gehele school, zeven klassen en twee lokalen met 95 leerlingen alleen.

Daarnaast geeft hij nog avondschool aan 49 leerlingen.

Op 15 mei 1874 krijgt hij versterking. Anna Meinderink –bijna afgestudeerd als kwekeling²)- komt hem assisteren.

 

1.3 Publicaties.

Naast hoofdonderwijzer is Johannes schrijver van totaal vijftien jeugdboeken. Zijn eerste boek; ‘Uit bosch en veld’ verschijnt in 1881 bij Van Nooten in Schoonhoven³). In de Kronyck⁴), jaargang 39 nr. 156 september 2015 wordt door Jan Oonk hier een groot artikel aan geweid. Verder publicaties;

1884:‘Piet Draaiers en andere verhalen”, Tjeenk Willink te Zwolle. (Een verzameling korte verhalen

1887: “Lente Bloesems”, Muusses & Co, Purmerend.

1902: “Op reis”.

 

1.4 De pensionering.

Na zijn pensionering in 1912 verhuisd hij met zijn vrouw naar de gemeente Ambt Doetinchem²) waar hij op 28 mei 1918 overlijdt.

Zijn vrouw Zwaantje overlijdt op 18 december 1926 in Doetinchem.

Beide zijn begraven op de Ambtsbegraafplaats te Doetinchem.

 

 

 

  1. Willem Laurens Bouwmeester is geboren in Zelhem op 14 januari 1874 en is overleden in de gemeente Doetinchem¹) op 21 november 1939.

Zijn vader was; Johannes Cornelis Bouwmeester    (1845-1918)    Edam-Ambt Doetinchem¹)

Zijn moeder was; Swaantje Mantel                          (1848-1926)    -Doetinchem¹)

 

Willem Laurens trouwde op 14 juli 1908 in Oudendijk met:

Trijntje Stam.

Zij werd geboren in Oudendijk op 24 september 1883 en is overleden in Ermelo op 10 januari 1969.

Haar vader was;

Haar moeder was;

 

Zij kregen een  zoon;

Johannes Cornelis                              1922-1995                              -Ermelo

 

3.1       Zijn opleiding

Willem Laurens heeft de lagere school doorlopen in Zelhem en het gymnasium gevolgd in Doetinchem, waar hij in 1892 zijn einddiploma behaalde.

In datzelfde jaar verhuisde hij naar Amsterdam en ging letteren studeren aan de Gemeente-universiteit van Amsterdam. Hij wordt lid van de studentenvereniging Aonia en genoot volop van het Amsterdamse studentenleven en van de stad, zoals blijft uit brieven die hij aan zijn ouders schreef.

In oktober 1898 sloot hij zijn universitaire studie af met het doctoraal examen Nederlands. Tijdens zijn studie heeft hij de onderwijsbevoegdheid voor de vakken geschiedenis en aardrijkskunde behaald.

 

3.2       Zijn loopbaan en functies

Hij had niet alle banden met Zelhem verbroken, zo nam hij in december 1894 twee rollen op zich bij een voorstelling van de Zelhemse toneelvereniging Nieuw Leven.

In het jaar 1896 verhuisde hij naar Zelhem en probeerde hij een baan als leraar Nederlands te krijgen.

In september 1900, dus vier jaar later, werd hij aangesteld als leraar Nederlands aan het chique internaat Noorthey in Voorschoten⁵). Hier begon hij ook met aan zijn proefschrift. In maart 1902 werd hij benoemd aan het gymnasium in Doetinchem waar hij aardrijkskunde en geschiedenis ging doceren.

Op 20 mei 1903 promoveerde hij in Amsterdam, op een proefschrift over het klooster Bethlehem bij Doetinchem⁶) In 1904 raakte het Doetinchems gymnasium in opspraak ten gevolge van een schandaal rond de eindexamens. De rector en enkele leerlingen worden door hun collega dr. J.A. dèr Mouw⁷), beschuldigd van fraude en bevoordelen van bepaalde leerlingen.

In het jaar 1819 wordt Willem Laurens voorlopig en in 1921 tot conrector benoemd.

Willem Laurens was niet alleen leraar maar ook een verdienstelijk tekenaar en schilder. Hij moet rond 1910 zijn gaan schilderen, waarbij het Achterhoekse landschap zijn aandacht had, maar ook heeft hij veel genreschilderijen ov er stations, spoorwegen en treinen geschilderd⁸).

 

 

Hij was ook medeoprichter in 1925, van de Oudheidkundige Vereniging De Graafschap (HVAL), waarvan de stukken nu zijn ondergebracht bij het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers in Doetinchem. Deze hield zich bezig met; ‘Het besturen van de geschiedenis, het recht, de taal- letter- en volkskunde van de Achterhoek en Liemers’. De HVAL heeft tot 2013 bestaan.

Daarnaast heeft hij nog meerdere bestuursfuncties bekleed. In Doetinchem.

 

3.3       Publicaties en werken

In 1903 promotie en publicatie; proefschrift over het klooster Bethlehem⁶). Willem Laurens heeft tussen 1910 en 1915 ook korte verhalen –sommige in dialect- gepubliceerd in de Graafschap Bode. In 1911 schreef hij ‘De ontwikkeling van Nederlandse landschappen’, een historisch-geografisch handboek, waardoor hij, naast Rolof Schuiling en Hendrik Blink⁹), gezien kan worden als een pionier in de historische geografie van de Nederlandse zandgronden.

In 1937 verschijnt zijn historische roman; ‘In Doetinchem vóór 7 eeuwen’.

Zijn letterkundige en historische publicaties zijn na zijn overlijden snel in de vergetelheid geraakt. Van zijn schilders oeuvre bestaat geen overzicht en van zijn landschapsschilderijen zijn –behoudens de stukken in het Spoorwegmuseum- geen verblijfplaatsen bekend.

 

3.4       Pensionering en overlijden

In het jaar van zijn pensionering 1939, overlijdt Willem Laurens op 21 november op 65 jarige leeftijd.

 

De rouwadvertentie uit de Graafschapbode vermeldt;

“Heden overleed na een geduldig gedragen lijden, tot onze diepe droefheid, onze geliefde Man, Vader, Broeder, Behuwdbroeder en Oom

 

Dr. Willem Laurens Bouwmeester

Oud-Conrector van het Lyceum te Doetinchem,

 

In den leeftijd van ruim 65 jaar.

  1. BOUWMEESTER-STAM.

JAN.

T.F. MASSINK-BOUWMEESTER.

D.L. MASSINK  en Kinderen.

  1. STAM en Kinderen.

 

Liever     geen       bezoek.

Doetinchem, 21 November 1939.

De begrafenis heeft plaats  op het kerkhof aan de Varsseveld op Zaterdag 25 Nov. a.s. Vertrek vanaf het woonhuis Notenlaan 3 te 2 uur.”

 

 

 

¹)Doetinchem.

Tot 1920 waren er twee gemeente. De gemeente Stad Doetinchem, deze omvatte het stedelijk gebied en de gemeente Ambt Doetinchem, deze omvatte het ‘buitengebied’, de Kruisberg, Langerak, Slagenburg, IJzevoorde, Gaanderen en

 

²)Kwekeling is een ouderwetse Nederlandse term voor iemand die een dagopleiding volgt aan een school voor onderwijzer of onderwijzeres. Je zou zo iemand tegenwoordig een PABO-student noemen. Tot in de jaren 80 van de 20e eeuw werd de term kwekeling gebruikt (afkomstig van de oude term voor de PABO, de Kweekschool). In Doetinchem was daze dagopleiding te volgen op de Groen van Prinsteren kweekschool. De huidige PABO-student wordt nu opgeleid op de Iselinge Hogeschool.

 

 

³)In 1832 startte Sebastiaan Eliza van Nooten, zoon van de burgemeester van Lopik, aan de Haven 25 in Schoonhoven een drukkerij, waar voor het merendeel leerboeken werden gezet en gedrukt. Bij de Firma Thieme had hij een grafische opleiding gevolgd. Zijn zonen – Sebastiaan jr. en Willem Nicolaas – gaven in 1869 de drukkerij een andere wending door op 4 juli van dat jaar het eerste nummer van de Schoonhovensche Courant uit te geven. Het eerste nummer telde vier pagina’s in een klein formaat. De krant verscheen op zondag en kreeg de bijnaam “de Boerenbijbel”. Wellicht ook door de vele marktberichten die erin werden gepubliceerd.

De krant was een succes en al snel verscheen de krant drie keer per week (maandag, woensdag en vrijdag). De drukkerij kreeg toen zijn definitieve naam: S. & W.N. van Nooten.
Na het overlijden van Sebastiaan jr. in 1884 traden de zonen van Willem Nicolaas tot het bedrijf toe. Aan de Lange Weistraat (nr. 21) werd een pand tot zetterij/drukkerij verbouwd.
In 1928 werd de uitgeverij/drukkerij overgenomen door de familie Kerremans. De zonen Jan (hoofdredacteur) en Tom (directeur) zetten het bedrijf voort. De krant groeide na de Tweede Wereldoorlog uit tot ongeveer 12.000 abonnees (ongeveer 50.000 lezers). Schoonhoven telde rond 1970 ongeveer 2500 woningen met 7.000 inwoners. Bijna huis-aan-huis werd in Schoonhoven de krant gelezen.

 

⁴)Kronyck is een periodiek van de Historische Vereniging Deutekom te Doetinchem en de Oudheidkundige Vereniging Gander te Gaanderen.

 

⁵)Instituut Noorthey was een kostschool voor jongens die door de onderwijzer en pedagoog Petrus de Raadt (1796-1862) werd opgericht op 24 juni 1820. Het instituut was van 1820 tot 1882 gevestigd in Veur (thans Leidschendam) en van 1888 tot 1907 in Voorschoten. Tot de komst van de Hoogere Burgerschool, vanaf 1864, was Noorthey een zeer gerenommeerd instituut. Daarna waren de gloriejaren voorbij, omdat men alles bij het oude liet. Het instituut werd in kwaliteit gepasseerd door de HBS en het gymnasium. Hoewel er nog een tijdlang genoeg leerlingen waren (de lijst van 1880 bevat 31 namen, waaronder vele uit de adel en het patriciaat), teerde Noorthey op oude glorie. In 1882 werd het instituut gesloten. Kramers bleef werkzaam in het onderwijs als arrondissementsschoolopziener te Rotterdam.

Onder leiding van de nieuwe directeur, de pedagoog dr. A.H. Raabe (1834-1899), werd Noorthey in 1888 heropend. Het was niet meer gevestigd in Veur, maar in Groot-Stadwijk te Voorschoten naast de Sint-Laurentiuskerk. Dit gebouw had De Raadt al in 1841 aangekocht. De classicus dr. J.W. Lely (1852-1923) was vanaf 1893 de laatste directeur. In 1907 werd het instituut definitief opgeheven.

Instituut Noorthey in Stadwijk, Voorschoten (1900)

 

⁶)Klooster Bethlehem.

⁷)Dèr Mouw

 

⁸)In opdracht van de Nederlandsche Spoorwegen vervaardigde hij voor het hoofdkantoor in Utrecht een schilderij. Vijftien van zijn schilderijen en dertien tekeningen bevinden zich in de Het Spoorweg Museum in Utrecht.

 

⁹)Roelof Schuiling (1854-1936) was een Nederlandse leraar aardrijkskunde, o.a. 1879 docent Stedelijk Gymnasium te Deventer. In 1884 publicatie; ‘Aardrijkskunde van Nederland.

Hij is samen met Willem Bouwmeester en

Prof. Dr. Hendrik Blink (1852-1931) pionier in de historisch-geografische bestudering van het Nederlandse zandgebied. Blink was ook eerst leraar aardrijkskunde en vervolgens hoogleraar economische geografie.

 

Bronnen; Drs. W.J.P. Coops: ‘Stads- en Ambtsbegraafplaats Doetinchem 1829-2011’. Sylvia Gijsbers: ‘Stad en Ambt, Stadsbegraafplaats 1829-1893, Ambtsbegraafplaats 1829-1967’;

Kronyck, jaargang 39 nr. 156 september 2015 wordt door Jan Oonk.

WIKIPEDIA, Genootschap Noorthey http://noorthey.com/. WIKIPEDIA Jonas, H. Kunstenaars uit Zelhem; Mulder G.J.A.; R. Schuiling in: Eigen Haard dd. 20 mei 1924. Spek, Th. Het Drentse esdorpenlandschap, uitga. Matrijs, Utrecht 2004 (proefschrift). Biografisch Woordenboek Gelderland; Willem Laurens Bouwmeester 1874-1939, Leraar, Schrijver en Schilder. Staring Instituut Doetinchem. Ecal, Erfgoed Centrum Achterhoek en Liemers, Doetinchem.