Hijink familiegraf Ambt
-Coops p. 66 vak E nr. 1
-Gijsbers p. 206 hoek van het 1e pad rechts
Het verhaal van de familie Hijink.
Coops: Op het familiegraf staat binnen een smeedijzeren hekwerk uit ongeveer 1900 een hardstenen staande grafsteen. Zoals bij meer familiegraven het geval is, is ook hier niet bekend wie er precies begraven zijn in het familiegraf.
N.B.
We kunnen met zekerheid zeggen dat in dit familiegraf begraven zijn de onderstaande familieleden *)
Na een interview met Jan Berends in januari 2022 is er een heel uitgebreid verhaal over deze bekende familie uit Ambt-Doetinchem geopenbaard.
Jan ter Voert 1807 – 12-7-1866 Vethuizen (Bergh)- IJzevoorde(Ambt)
1e huwelijk op 8 september 1832 met;
Everdina Remmelink 1804 – 15-12-1848. -IJzevoorde (Ambt)
Jan ter Voert was boer en was de grootste landeigenaar in 1832 bij de start van het kadaster, afgezien van grootgrondeigenaren van adel zoals; de graven Van der Goltz van Slangenburg.
Kinderen;
Zij trouwt met Harmen Nusselder
Zij trouwt in 1863 met Hendrik Willem Vels. Beiden liggen begraven in familiegraf Vels.
2e huwelijk op 11 maart 1858 met;
Gerharda Cornelia Buursink 1836-1898 Zelhem-Arnhem
(Jan is dan 50 en Gerharda 22 jaar oud).
Op dit moment dat Jan voor de tweede keer wil trouwen moet er een boedelbeschrijving en scheiding plaatsvinden tussen Jan en zijn vier dochters.
Voor zover bekend zijn er geen kinderen uit dit huwelijk geboren.
(Na het overlijden van Jan in 1866 trouwt Gerharda voor de tweede keer in Stad Doetinchem op 16 oktober 1868 met Johan Laurens Bakker. Johan is koopman van likeuren en dus de 2e keer een goede partij voor Gerharda)
Johan Roelof Hijink*) 23-7-1844 – 23-12-1897 het Woold-Ambt
X 18 oktober 1867;
Lamberdina ter Voert*) 25-7-1842 – 2-2-1927 Ambt-Ambt
Kinderen:
X Ermeling uit Zelhem.
Johan Roelof Hijink is zoon uit een Scholte familie¹) (herenboeren) uit het Woold bij Winterswijk. Hij werd geen opvolger op de familieboerderij, komt naar IJzevoorde om te gaan wonen en werken op de Westhoeve²). Op 18 oktober 1867 trouwt hij dan met Lamberdina de jongste dochter van Jan ter Voert en Everdina Remmelink.
Johan en Lamberdina zetten het bedrijf voort en dit floreert zo goed, dat in 1881 de familie het nabijgelegen witte buiten aan de Haafsweg koopt van likeurstoker Van Enst uit Doetinchem.
Johan Roedolf laat een nieuwe Westhoeve bouwen in 1887, dichter bij de Varsseveldseweg en onder architectuur van Jan Ovink Sr. Niet alleen het huis doet denken aan zijn ouderlijk huis in het Woold, ook de omgeving. Rond 1880 worden bosjes aan de overkant van de weg aangelegd, bosstroken op het goed zelf en een parkachtige aanleg rond het huis.
Johan Roelof is een echte herenboer. Hoewel hij zich veel met het bedrijf bemoeide, dreef de boerderij vooral op zijn vrouw Lamberdina en het personeel. Hij ging veel naar Winterswijk op jacht, legde rustig een kaartje en kwam ‘s –avonds laat terug.
Hij stelde zich in dienst van de gemeenschap en was lid van de gemeenteraad van Ambt-Doetinchem vanaf 1887 en diende de gemeente als wethouder van 2 maart 1895 tot zijn dood op 23 december 1897.
In 1914 werd de boerderij na een brand herbouwd, weer onder leiding van architect Ovink.
De herenboerderij blijkt een getrouwe kopie van de afgebrande voorganger, de enige uitbreiding is de serre aan de linkerkant.
De Westhoeve sinds 1959.
In de vijftiger jaren wonen Jan Lubertus Hijink en Dina Bertha Johanna Hijink samen op de Westhoeve.
Er komt een opvolger Johan Roelof van Kooten, achterneef van Jan Lubertus.
Jan Lubbertus overlijdt in 1960 en Dina gaat in een bungalow naast de boerderij wonen.
De laatste met de naam Hijink verlaat de Westhoeve na bijna 100 jaar.
Jacobus Willem en zijn vrouw Gerritdina Herma Overbeek zetten het boerenbedrijf voort.
De Herenboerderij Westhoeve, Varsseveldseweg 273-275 is gemeentelijk monument.
Ook in dit graf zijn bijgezet;
Bertha Clarissa Hijink *) 16-6-1914 – 3-4-1917 overleden aan een oogziekte, slechts twee jaar oud.
Zij was de dochter van;
Jan Lubertus Hijink 7-12-1871 – 28-11-1960 en
Berendina Gerharda Bennink 19-8-1872 – 20-6-1953
Beide ouders zijn begraven op de begraafplaats aan de Kommendijk, Doetinchem.
N.B. Op dit moment is het –nog- niet bekend waar de overige in dit verhaal genoemde personen begraven zijn.
¹)Het Saksische begrip ‘scholte’ is verwant aan het Nederlandse ‘schout ‘ een bestuursfunctionaris die van oudsher belast was met de lokale rechtspraak en het handhaven van de orde. Scholtenboerderijen zijn in de Achterhoek bewaard gebleven en dan vooral in de gemeente Aalten en Winterswijk.
²)De Westhoeve is dan al meer dan 500 jaar oud en werd in de middeleeuwen Woestehoeve genoemd en was toen een pachtboerderij van klooster Bethlehem. In 1830 is het Westhoeve geworden.
Bronnen Drs. W.J.P. Coops: ‘Stads- en Ambtsbegraafplaats Doetinchem 1829-2011’. Sylvia Gijsbers: ‘Stad en Ambt, Stadsbegraafplaats 1829-1893, Ambtsbegraafplaats 1829-1967’.Jan Berends: ‘Een Doetinchems “Scholtegoed”: De Westhoeve, Kronyck no. 59, maart 1991. Rob Lureman, Jan Steijntjes en Gon Boekkooi; ’n Moment voor een Monument, tweede druk, uni 1985. Uitgave: Oudheidkundige Kring Deutekom, Doetinchem. Druk; Van den B rink & Sluis Offset bv te Doetinchem.
